‘Trots om het gezicht te mogen zijn van zo’n slimme club mensen’

Bron: www.werkenbijhogescholen.nl(opent in nieuw tabblad)

Na een opleiding Wis- en Natuurwetenschappen aan de Universiteit van Groningen en een promotie op het gebied van Polymeerchemie aan de Universiteit van Twente, deed ze wat de meesten in die tijd deden: ’Dan ging je bij een multinational werken.’ Dertien jaar werkte ze bij DSM, in diverse rollen. ‘In die tijd was het bestaan van lectoraten nog helemaal niet bekend in de industrie.’ Toch stuitte ze in 2013 op een interessante vacature bij Windesheim en sindsdien werkt ze op de hogeschool.

Nooit gedacht

‘Mijn laatste functie bij DSM was Knowledge Management Leader. Ik was onder meer verantwoordelijk voor kennisdeling, het projectmanagement van de hele business unit, het intellectual property management en volgde de technologische ontwikkelingen in de markt op de voet. Ik zie wel raakvlakken met mijn huidige functie als lector, maar had zelf nooit aan het hbo gedacht. Tot ik via via werd getipt op de vacature bij Windesheim. Het lectoraat Kunststoftechnologie is in 2008 al opgericht. In 2013 zat DSM in een afbouwfase, terwijl het lectoraat fors aan het uitbouwen was. Een prachtige kans!’ In januari 2013 startte ze eerst als associate lector en al snel werd ze lector: hoofd van de kenniskring.’

Elke dag kicken

Haar lectoraat verricht toepassingsgericht onderzoek naar de verwerking en het gebruik van kunststoffen. De (kunststof)industrie is altijd op zoek naar goed opgeleide technici. Het lectoraat speelt hier op in met vier grote onderzoeksprogramma’s: hybride ontwerp (hoe werken verschillende materialen samen?), duurzaam produceren (machines en productie duurzamer maken door simulaties), additive manufacturing (de verzameling van ‘print technieken’) en circulaire economie (onderzoek naar lastig te recyclen materialen zoals autobanden en windmolens). Ook ontwikkelde het lectoraat twee eigen minoren en een masteropleiding. ‘Onze kenniskring van lector, associate lectoren en docentonderzoekers is groot; circa 15 fte. In elke programmalijn gebeurt er dan ook heel veel! Ik ben heel trots op de baanbrekende onderzoeken die we doen. Bij DSM werkten allemaal chemici. Hier werken ingenieurs met verschillende specialismen synergetisch met elkaar samen. We leren elke dag weer iets leuks, iets nieuws met elkaar; dat is elke dag weer kicken.’

Brede én publieke functie

Ze werkt full time en heeft een zeer brede functie. ‘Onze core business is natuurlijk onderzoek doen. Dat doen we samen met de regio, onze onderzoekers en docentonderzoekers en studenten. We zijn altijd bedrijven aan het zoeken voor nieuwe projecten. Ik schrijf projectvoorstellen en lees mee met anderen. We schrijven publicaties over wat we onderzocht hebben. Communicatie en zichtbaarheid is belangrijk, zo zit ik regelmatig in panels, ga naar een beurs, schrijf ik artikelen, columns en visiestukken. Je hebt dus ook een publieke functie als lector. Verder zijn er projectbijeenkomsten, zowel met de bedrijven als met de studenten met wie we samenwerken. Ik geef af en toe les op verschillende opleidingen en begeleid afstudeerders. Ik ben verantwoordelijk voor onze faciliteiten zoals eigen labs en simulatiesoftware. Daarnaast ben ik lid van verschillende externe commissies en betrokken bij de regionale transitieagenda kunststoffen.’

Groot voorrecht

De hogeschool is een ideale werkgever in haar ogen: ’Je krijgt veel ruimte en hebt tegelijkertijd zekerheid. Ik mag ondernemen met Windesheim achter me. Bij DSM was de sfeer een stuk politieker en competitiever. Hier ervaar ik dat veel minder; het is hier gemoedelijker. Bovendien is de hogeschool een enorm leerrijke omgeving. Binnen een groot bedrijf is er ook veel te leren maar wat je niet zelf kunt produceren, hoef je ook niet te onderzoeken. Als hogeschool hoef je niks te verkopen en kun je met een veel meer open blik onderzoek doen. Met zo’n grote club is het enorm doorstampen, maar het is vooral een groot voorrecht om zo’n productief team te hebben en namens zo’n club slimme mensen het gezicht te mogen zijn.’